Lay-out omvat het plaatsen en ordenen van tekstblokken, zoals titels, tussentitels, bodytekst, bijschriften, paginacijfers en tabellen, in combinatie met visuele elementen zoals foto's, tekeningen, grafieken en logo's. Het doel is een samenhangend en esthetisch aantrekkelijk geheel te creëren. De zetspiegel en het vormgevingstramien, oftewel het lay-outgrid, zijn hierin essentieel.
De 'zetspiegel' verwijst naar het gebied waarbinnen de content op een pagina wordt geplaatst. Deze speelt een cruciale rol in het uiterlijk van een drukwerk. Een zorgvuldige afweging van de grootte en positie van de zetspiegel is daarom essentieel bij het ontwerpen van een lay-out.
De grootte en locatie van de zetspiegel consistent houden in een publicatie draagt bij aan een uniforme en professionele uitstraling. De ruimte rondom de zetspiegel, de witmarge, vormt samen met de zetspiegel de bladspiegel.
Voor een effectieve lay-out is het belangrijk dat de marges rondom het drukwerk niet gelijk zijn. Meestal is de marge aan de rugzijde het smalst, gevolgd door breder kopwit en nog breder snijwit. Het grootste wit bevindt zich aan de onderkant van de pagina, het staartwit.
De zet- en bladspiegel worden voornamelijk bepaald op basis van het papierformaat. Voor het bepalen van de zetspiegel van een boekwerk bestaan diverse methoden, elk met hun eigen historische en praktische overwegingen.
De Gulden Snede is een wiskundig concept dat al eeuwenlang wordt toegepast in kunst en architectuur. Het wordt beschouwd als een esthetisch aantrekkelijke verhouding, die harmonie en balans creëert. Toch is er discussie over de mate waarin het bewust werd gebruikt in historische werken.
Bij een lijnstuk van 8 cm volgens de Gulden Snede corresponderen de verhoudingen met 3/5/8.
Bij toepassing van de Gulden Snede op een grootheid, zoals bladbreedte, ontstaat een verhouding die kan worden gebruikt om de bladhoogte, de breedte en hoogte van de zetspiegel en de marges te bepalen.
Voorbeeldberekening voor een rechterpagina uit een boek met een bladbreedte van 21 cm:
Hoewel de Gulden Snede esthetisch aantrekkelijk is, wordt deze tegenwoordig voornamelijk gebruikt voor zeer luxueuze boekwerken vanwege economische overwegingen. Voor regulier drukwerk wordt vaak een 6/8 verhouding gehanteerd om het bedrukte oppervlak te vergroten en de witranden te minimaliseren.
Naast de Gulden Snede zijn er praktische methoden om zet- en bladspiegel te bepalen die goede, klassieke resultaten opleveren. Deze methoden zorgen ervoor dat de zetspiegel dezelfde proportie heeft als de pagina.
De Van de Graaf-methode is veelzijdig en geschikt voor verschillende papierformaten. Bij deze methode blijven de lengte en breedte van de zetspiegel altijd 6/9 van de respectievelijke bladlengte en -breedte.
Deze flexibelere variant van de Van de Graaf-methode laat toe om de grootte van de zetspiegel aan te passen door het startpunt 'a' op de rechterdiagonaal te verplaatsen. Naar boven verplaatsen vergroot de zetspiegel, terwijl naar beneden verplaatsen deze verkleint.
Voor een snelle bepaling van een zetspiegel met dezelfde verhoudingen als de pagina, is de volgende methode handig.
Bij de delingsmethode van twaalf worden de breedte en hoogte van de pagina in twaalf velden verdeeld. Eén veld voor kopwit en rugwit en twee velden voor snijwit en voetwit.
De deling van negen gebruikt dezelfde techniek maar dan met negen velden.