In dit hoofdstuk leer je hoe je de resolutie van een rasterafbeelding (pixelafbeelding) in Photoshop kunt controleren en aanpassen. Dit is cruciaal om de juiste kwaliteit en scherpte voor verschillende toepassingen te waarborgen, zoals afdrukken of digitale weergave. Houd er rekening mee dat deze instructies niet van toepassing zijn op vectoriële afbeeldingen, zoals die gemaakt in Adobe Illustrator, omdat deze resolutieonafhankelijk zijn en kunnen worden vergroot of verkleind zonder kwaliteitsverlies.
Bestand
> Openen
en selecteer de afbeelding die je wilt controleren.Afbeelding
> Afbeeldingsgrootte
om de huidige resolutie en afmetingen in pixels per inch (ppi) te zien.Om de resolutie aan te passen:
Afbeelding
> Afbeeldingsgrootte
.Je kunt ook de gewenste afmetingen invoeren en controleren of de resolutie volstaat:
Afbeelding
> Afbeeldingsgrootte
.Wanneer in Photoshop de optie "Nieuwe beeldpixels berekenen" wordt uitgeschakeld en de resolutie van een afbeelding wordt verhoogd, bijvoorbeeld van 72ppi naar 350ppi, verandert de manier waarop de pixels van de afbeelding op het scherm worden weergegeven en afgedrukt.
Wanneer afbeeldingen verkleind worden voor webgebruik, is het vaak nuttig om de optie "Nieuwe beeldpixels berekenen" ingeschakeld te laten. Dit komt doordat Photoshop bij het verkleinen van een afbeelding overtollige pixels moet verwijderen om de grootte te reduceren. Met "Nieuwe beeldpixels berekenen" actief, gebruikt Photoshop geavanceerde algoritmen om te bepalen welke pixels verwijderd moeten worden, wat bijdraagt aan het behoud van kwaliteit en scherpte in de verkleinde afbeelding.
Dit is vooral belangrijk voor afbeeldingen op het web, waarbij de bestandsgrootte en laadsnelheid cruciaal zijn. Een effectief verkleinde afbeelding die nog steeds scherp en helder is, verbetert de gebruikerservaring doordat webpagina's sneller laden. Het zorgvuldig balanceren van afmetingen, resolutie en bestandsgrootte is essentieel voor een optimale weergave en prestatie op internet.
Voor het optimaliseren van afbeeldingen op webpagina's is het essentieel om de juiste balans te vinden tussen beeldkwaliteit en laadtijd. Een algemene aanbeveling is om de maximale breedte van webafbeeldingen te beperken tot 1000 pixels. Dit zorgt ervoor dat afbeeldingen goed weergegeven worden op de meeste schermen, inclusief tablets en kleinere desktopmonitoren, zonder dat de bestandsgrootte te groot wordt.
Afbeeldingen breder dan 1000 pixels kunnen leiden tot onnodig grote bestandsgroottes, wat de laadtijden van webpagina’s negatief beïnvloedt, vooral voor gebruikers met langzamere internetverbindingen. Door de maximale breedte te beperken, kunnen ontwikkelaars zorgen voor een snellere en meer responsieve gebruikerservaring. Bovendien draagt het bij aan SEO, aangezien zoekmachines snellere websites vaak hoger waarderen.
Het is echter belangrijk om rekening te houden met de context en het doel van de afbeelding. Voor bepaalde toepassingen, zoals fotografische portfolio's of high-definition beeldgalerijen, kan een grotere afbeeldingsgrootte gerechtvaardigd zijn. In dergelijke gevallen is het raadzaam om responsieve afbeeldingstechnieken toe te passen, waarbij verschillende afbeeldingsformaten worden aangeboden afhankelijk van de schermgrootte van de gebruiker.
Begin altijd met de hoogst mogelijke kwaliteit en resolutie van een afbeelding voor de beste resultaten bij het afdrukken of publiceren. Het kunstmatig verhogen van de resolutie leidt niet tot een betere beeldkwaliteit.
In de grafische en webdesignindustrie zijn er specifieke resoluties die vaak worden aanbevolen, afhankelijk van het gebruikte medium. Hieronder volgt een overzicht van de gangbare praktijken:
Het is altijd raadzaam om de specifieke vereisten en doelgroep van je project te overwegen en indien nodig aanpassingen te maken aan de bovenstaande aanbevelingen. Het testen van de beeldkwaliteit en laadtijden in real-world scenario’s en het verzamelen van feedback van gebruikers kan waardevolle inzichten bieden voor verdere optimalisatie.