Project Oostende

Creatie van een Spread voor het Project Oostende

Inleiding

Ontwerp en lay-out van een spread als onderdeel van het Project Oostende, waarbij we de diversiteit aan thema's van deze Belgische kuststad grafisch en visueel tot leven brengen. De mogelijke thema's voor de spread heb je zelf bepaald en kun je afleiden uit je brainstormsessie en mindmap. De kleuren en lettertypes voor de spread zijn bepaald aan de hand van de kleurenstudie en lettertypestudie die je terugvindt in je stijlgids.

Lay-outen betreft het systematisch ordenen van beeldmateriaal en tekstuele elementen op een bladspiegel of spread, met als doel deze elementen te organiseren in een helder en gestructureerd geheel dat functioneel en esthetisch aantrekkelijk is.

Een spread bestaat uit twee naast elkaar liggende pagina's die door de lezer als één visueel geheel worden gezien. Typisch heeft de rechterpagina een oneven paginanummer en de linker een even nummer. Meerdere spreads samen vormen een katern. Alle katernen samen vormen een boek, tijdschrift of krant.

Doelstellingen

  • Verhalen vertellen: Gebruik de spread om een boeiend verhaal over je thema van Oostende te vertellen door zowel tekst als grafische visuele content, zoals foto's en illustraties, te integreren.
  • Grafische visuele aantrekkingskracht: Ontwerp een lay-out die de lezer visueel engageert en een blijvende indruk achterlaat.
  • Informatief: Zorg ervoor dat de spread informatieve waarde biedt en de belangrijkste facetten van je onderwerp uit Oostende belicht.

Stappen voor het ontwerpen van de spread

Stap 1: Bepaal het concept

Voordat je begint met het verzamelen van content of het maken van schetsen, is het cruciaal om eerst de stijl van de vormgeving, of het concept, te bepalen. Mogelijke concepten voor je spread kunnen variëren van 'speels', wat een luchtige en vrolijke sfeer kan oproepen, tot 'avontuurlijk', wat de dynamische activiteiten in Oostende benadrukt. Andere ideeën zijn 'artistiek', om de culturele kunstscene te belichten; 'watersport', wat zich focust op actiesporten zoals surfen en zeilen; of 'beachlife', dat de ontspannen strandcultuur weergeeft.

Het gekozen concept moet aansluiten bij jouw visie en de boodschap die je wilt overbrengen. Het kan ook helpen om de verzamelde content te analyseren en te kijken welke thema's en stemmingen hierin naar voren komen. Dit kan je helpen om een concept te kiezen dat niet alleen visueel aantrekkelijk is, maar ook inhoudelijk sterk en coherent. Een goed gedefinieerd concept fungeert als leidraad voor alle volgende stappen in het ontwerp- en creatieproces.

Stap 2: Contentverzameling

Verzamel alle benodigde content, waaronder tekstuele informatie over je onderwerp binnen Oostende, en hoogwaardige foto's die tijdens een recente uitstap naar de stad zijn genomen. Deze persoonlijk vastgelegde beelden dragen bij aan de authentieke weergave en sfeer van de spread. Reflecteer op de ervaringen en indrukken die zijn opgedaan om een interessant visueel en tekstueel verhaal te creëren. Zorg ervoor dat de content die je verzamelt goed aansluit bij het gekozen concept en deze ondersteunt.

Stap 3: Ontwerp en conceptontwikkeling

Begin met het maken van schetsen op papier om de eerste ideeën voor de lay-out vorm te geven. Bepaal waar je grote beeldelementen zoals foto's en belangrijke tekstblokken wilt plaatsen. Overweeg hoe je de zelfgemaakte foto’s en je eigen ervaringen kunt gebruiken om de unieke sfeer van Oostende het beste weer te geven. Dit proces van ontwerpen en nadenken over hoe alles samenkomt, noemen we conceptontwikkeling. Hierbij denk je na over het algemene thema en hoe elk element bijdraagt aan het vertellen van je verhaal over Oostende.

Tekstonderdelen van een tijdschriftartikel

Deze sectie beschrijft de verschillende onderdelen van een tekst die je kunt gebruiken bij het opmaken van je spread. Niet alle onderdelen hoeven altijd gebruikt te worden; kies de elementen die het beste passen bij jouw ontwerp en het verhaal dat je wilt vertellen.

Tekstonderdelen van een tijdschriftartikel

Chapeau (14-18pt): Een korte verduidelijking van de hoofdkop, geplaatst boven de heading om de inhoud van het artikel in te leiden.

Intro of leader of inleiding (8-14pt): De inleiding tot de bodytekst, ontworpen om de aandacht te trekken. Dit kan soms dienen als een samenvatting van het artikel voor de gehaaste lezer. De intro kan vetgedrukt zijn, in kleur of in een afwijkend lettertype, of in een iets groter corps dan de bodytekst.

Bodytekst of platte tekst (8-12pt): Het eigenlijke artikel, verdeeld in verschillende alinea's en soms beginnend met een initiaal. Tussenkoppen worden gebruikt om de tekst leesbaar te houden door het artikel in beheersbare delen op te breken.

Tussenkoppen (14-18pt): Gebruikt om de bodytekst in maximaal 50 regels te breken, wat de leesbaarheid bevordert. Tussenkopjes kunnen subtiel zijn, vetgedrukt uit hetzelfde lettertype als de bodytekst, of groter met meer witruimte eromheen.

Bijschrift of captions (7-9pt): Noodzakelijk voor afbeeldingen, tekeningen, foto's of grafieken. Bijschriften worden vaak als eerste gelezen en moeten informatief zijn, meer dan alleen bevestigen wat al zichtbaar is op de afbeelding.

Streamer (18-28pt en groter): Een groter gezet citaat of quote uit het artikel, vaak gebruikt in interviews of als visueel element wanneer het beeldmateriaal beperkt is.

Inzet (8-12pt): Omkaderde informatie binnen een tekst, gebruikt voor opsommingen, het verklaren van gebeurtenissen of begrippen.

Afsluiter (8-12pt): Een klein teken aan het einde van een pagina of artikel, zoals een stip, sterretje of blokje, dat aangeeft waar het artikel eindigt. Bij artikelen die zich over meerdere pagina's uitstrekken, wordt dit duidelijk gemaakt met een paginaverwijzing onderaan de laatste kolom.

Gebruik deze benamingen om de alineastijlen te benoemen.